De Houtkachel, hoe ga je ermee om?

De houtkachel, terug van weggeweest

Sinds enkele jaren neemt het houtgebruik weer toe omdat de prijzen voor de fossiele brandstoffen snel stijgen. Hout is een niet fossiele brandstof en is in vergelijk met de gangbare, erg goedkoop. Veel oude, metalen kachels die op zolder, of in een schuur lagen opgeslagen komen opnieuw in gebruik om daarmee een warme huiskamer te creëren. Deze (metalen) kachels werden vroeger gebruikt om er kolen in te verbranden.

Hout is een natuurlijke, licht ontvlambare brandstof en het geeft daardoor een lastige, uiterst complexe verbranding. We hebben nauwelijks ervaring meer met het stoken van een kolenkachel. Een optimale houtverbranding is dan ook moeilijk voor elkaar te krijgen.

De houtkachel stoken; Wat gaat er vaak fout?

Probeer je, net als met de kolen, het hout langzaam te laten verbranden? Probeer je een snelle verbranding af te remmen (smeulen) door weinig zuurstof toe te laten? Misschien kom je in de verleiding lekker veel hout in de kachel te gooien zodat je niet voortdurend hout hoeft bij te vullen.

Metalen kachels geven met een optimale houtverbranding bijna altijd té veel warmte voor de ruimte waarin de kachel is geplaatst en door ‘smeulend stoken’ wordt de warmte dragelijker. Het merendeel van de licht ontvlambare stoffen ontsnappen dan aan de verbranding met als gevolg, buiten veel rookontwikkeling. De houtkachels die lekker langzaam tot de volgende ochtend kunnen ‘door smeulen’, zijn zelfs zwaar milieubelastend te noemen. Dit soort kachels (ook veel moderne) halen in de praktijk bijna nooit de rendementen waarop ze worden aangeboden.

Vooral in de dorpskernen wordt de rookoverlast hierdoor waarneembaar hoger. Naast veel roet, dat voornamelijk uit kankerverwekkende stoffen (PAK’s) bestaat, bevatten deze rookgassen o.a. dioxine (25% van de uitstoot van dioxine wordt veroorzaakt door deze houtkachels) en koolmonoxide. Zo'n langzaam brandende houtkachel in de buurt en een ongelukkige windrichting is een ware ramp voor mensen met luchtwegproblemen.

Oude, bewezen technieken voor schoon stoken.

Om het verwarmen met brandhout zo optimaal mogelijk te krijgen bestaan andere, betere houtkachels. Een echte houtkachel is een die met een zeer hete verbranding alle warmteoverschotten kan goed opvangen, goed kan accumuleren. Warmte accumuleren kan zowel in een forse steenmassa (zoals bij tegel- en speksteenkachels), als in een tank met water. Accumuleren is het summum op het gebied van warmtetechniek.

Warmte-uit-hout & warmte-accumuleren-in-steenmassa is een ‘Max-Low-Tech oplossing’ om de houtstook problemen te ondervangen. Door de hoge brandtemperatuur en véél zuurstof ontstaat automatisch de schoonst mogelijke houtverbranding. Het geeft dat er 4 keer effectiever te besparen is op het aardgas verbruik. Het vraagt een andere manier van stoken; deze kachel brandt namelijk hooguit twee uren. Op het moment van branden komt via het ruitje van de kachel meteen een klein deel van de warmte direct vrij. De wanden gaan enkele uren later warmte afgeven en het duurt gemiddeld 24 uren (!) voordat het nodig is weer een houtvuurtje te stoken.

Ten opzichte van een conventionele kachels is met een warmteaccumulerende houtkachel een zeer forse emissiereductie te realiseren en tevens een flinke aardgasbesparing. Het Nederlands Instituut Biologie en Ecologie (NIBE) te Baarn heeft in 1999 al geconcludeerd dat een warmteaccumulerende houtkachel zelfs een betere keuze is dan een aardgas gestookte ketel.

Meer weten over houtkachels?

Kijk op www.tigchelkachels.nl