Kleine windmolens

Kosten, opbrengsten en prijs

De aanschaf en plaatsing van een kleine windturbine is niet eenvoudig. Er komt veel voorbereiding bij kijken: een studie naar het windaanbod, een bouwtechnisch onderzoek naar de dakconstructie van uw huis, de keuze voor een turbinemodel, een vergunningaanvraag bij de gemeente en de aaansluiting op het elektriciteitsnet. 

Een kleine windturbine kopen is duur: een windmolen met een rotordiameter van minder dan twee meter kost zo’n 20.000 euro. Deze molen heeft een vermogen van 2 kilowatt, kan een jaaropbrengst halen van 3.400 kWh en daarmee een heel huishouden van schone elektriciteit voorzien. Het apparaat moet daarvoor wel op een windrijke locatie staan. Zelfs bij optimale elektriciteitsopbrengst, verdient de investering zich niet terug binnen de technische levensduur van twintig jaar. De aanschaf van een kleine windmolen doet u dus vooral uit milieuoverwegingen, en niet vanuit economische motieven.

  Prijs per kWh Grote windmolens wekken veel meer elektriciteit op dan kleine windmolens. Dat komt doordat de elektriciteitsopbrengst in het kwadraat toeneemt met de diameter van de rotor. Dat heeft gevolgen voor de prijs per kWh. Stroom opgewekt door een kleine windturbine kost tussen de 25 en 35 cent per kWh; elektriciteit opgewekt door een grote windmolen kost 8,8 eurocent per kWh. Ter vergelijk: zonnepanelen leveren elektriciteit voor ongeveer 28 eurocent per kWh.   Locaties met voldoende wind Goede locaties voor een kleine windmolen zijn op een woning in het open veld of op het dak van een flatgebouw dat boven de bebouwde omgeving uitsteekt. In stedelijke gebieden zijn alleen gebouwen geschikt die een hoogte van meer dan twintig meter hebben of tweemaal zo hoog zijn als de gebouwen of bomen in de omgeving. De te verwachten elektriciteitopbrengst is afhankelijk van de gemiddelde windsterkte ter plekke. Lokale windmetingen zijn nodig om een goed beeld te krijgen van deze windsterkte. Voor kleine windmolens is een gemiddelde windsterkte nodig van meer dan 5,5 m/s nodig. Vooral in de kustprovincies waait het voldoende (zie kaartje). Turbinekeuze Er zijn windmolens met een horizontale as en met een verticale as. De keuze voor het type hangt af van waar u woont. Woont u aan de kust of op het platteland in de kustprovincies dan kunt u kiezen voor een horizontale-asturbine. In de bebouwde omgeving, waar vaker windvlagen voorkomen en de windrichting meer varieert, presteren verticale-asturbines meestal beter. Ook deze molens kunnen het beste in de windrijke kustprovincies geplaatst worden. 1.     Horizontale-asturbine van het ‘propellertype’.
2. Verticale-asturbine van het ‘Darrieus’ type. De energie wordt uit de wind gehaald wanneer de wieken dwars op de wind bewegen.
3. Verticale-asturbine van het ‘Savonius’ type. Deze turbine wekt energie op doordat de wind de wieken wegduwt. De rotor beweegt nooit sneller dan de wind.    

Deze tekst is geschreven door Milieu Centraal. Milieu Centraal informeert consumenten over energie en milieu in het dagelijks leven. Voor informatie kunt u terecht op www.milieucentraal.nl, of bellen met de Informatielijn 0900 - 900 1719 (15 eurocent per minuut).'