Klimaatverandering; wat betekent het?

Wat is het broeikaseffect?

Broeikasgassen (onder andere waterdamp en CO2) komen van nature in de atmosfeer voor. Ze vormen een soort deken om de aarde en houden voor een deel de zonnewarmte vast die van de aarde uitstraalt. Op deze manier werkt de aarde als een broeikas en blijft de temperatuur aangenaam. Zonder dit broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur -18 Graden Celcius in plaats van +15 Graden Celcius zijn. De mens veroorzaakt een versterkt broeikaseffect door verhoging van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer.

Wat is klimaatverandering?

Klimaatverandering is niet precies hetzelfde als het broeikaseffect. Opwarming van de aarde kan effect hebben op vocht, luchtdruk, wind, bewolking en neerslag en zo het klimaat beinvloeden. Het is volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) zeer waarschijnlijk dat de door mens veroorzaakte toename in broeikasgassen de gemiddelde wereldwijde opwarming van de aarde in de tweede helft van de 20e eeuw voor het grootste deel heeft veroorzaakt. Op enkele critici na twijfelen wetenschappers er niet meer aan dat de mens het klimaat beinvloedt.

Wat zijn de gevolgen van klimaatverandering, o.a. voor Nederland? 

Het is in Nederland sinds het begin van de vorige eeuw 1,7 Graden Celcius warmer geworden. De gemiddelde temperatuur zal in Nederland in deze eeuw waarschijnlijk met 1,5 ot 6 Graden Celcius stijgen. De kans op een elfstedentocht is al afgenomen van gemiddeld één keer in de 4 jaar halverwege de vorge eeuw, tot gemiddeld eens in de 18 jaar nu. In 2050 wordt dit naar schatting van het KNMI gemiddeld eens in de 183 jaar. Behalve opwarming zijn er ook ander klimaatveranderingen in Nederland waarneembaar. Zo is het natter geworden: de winterse neerslag over ons land is in de loop van de vorige eeuw toegenomen. Vogelsoorten verschijnen eerder of later, planten lopen eerder uit dan normaal.
Voor planten en dieren heeft dit ook gevolgen, met name door de verschuiving van leefgebieden en groeiseizoenen. Indirect is er ook invloed op het grondwater en de bodem. De opwarming kan in de toekomst een positief effect gaan hebben op de oogsten van landbouwgewassen en het telen van nieuwe gewassen. Aan de andere kant kan klimaatverandering ook schade toebrengen aan de landbouw. Fruitbomen kunnen bijvoorbeeld meer schade oplopen, doordat er vaker nachtvorst op gaat treden tijdens de bloeifase of door krachtiger slagregens en hagelbuien.
De zeespiegel langs de Nederlandse kust is in de vorige eeuw met ongeveer 20cm gestegen ten opzichte van het NAP. Dit is vooral het gevolg van opwarming (uitzetten van water en afsmelten van poolijs en gletsjers), maar ook van bodemdaling van het land. Het KNMI heeft de zeespiegelstijging voor Nederland geschat op maximaal 85 cm aan het eind van deze eeuw. Het Milieu en Natuur Planbureau komt in het ernstige scenario uit op een bovengrens van 110cm in 2100.

Wat zijn broeikasgassen?

Het belangrijkste broeikasgas is koolstofdioxide (CO2). CO2 komt van nature voor in de atmosfeer, maar wordt extra uitgestoten door het verbranden van fossiele brandstoffen, het kappen van bossen, veengronden die in aanraking komen met zuurstof en door cementproductie. Permafrostvelden die dreigen te smelten leiden tot methaanuitstoot die veel schadelijker zijn dan CO2. Methaan, lachgas en fluorverbindingen zijn allemaal sterkere broeikasgassen dan CO2; ze zorgen voor meer opwarming ( zie onderstaande tabel). Toch is CO2 het broeikasgas dat het meest bijdraagt aan het broeikaseffect, omdat het in veel grotere hoeveelheden wordt uitgestoten dan andere gassen.

Klimaatbeleid

Het klimaatbeleid bestaat in grote lijnen uit twee sporen:

- Terugdringen van de emissies van stoffen die bijdragen aan het broeikaseffect; dit wordt mitigatie genoemd;
- Aanpassen aan de gevolgen van het broeikaseffect; dit wordt adaptatie genoemd.

Wat is het internationale klimaatbeleid?

Met name over het terugdringen van broeikasgasemissies (mitigatie) zijn internationale afspraken gemaakt. De meest bindende afspraak hierover is het Kyoto-Protocol. Hierin hebben industrielanden vastgelegd dat ze in de periode 2008-2012 hun jaarlijkseuitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 5,2% verminderen ten opzichte van het niveau in 1990. Nederland is toegetreden tot het Kyoto-Protocol via de Europese Unie. Voor de EU-15 geldt: 8% emissiereductie in de periode 2008-2012. De EU zelf streeft hogere doelen na, namelijk:

- Beperking van de maximale gemiddelde mondiale temperatuurstijging tot 2 graden ten opzichte van de periode voor de industriele revolutie. Dat betekent: een wereldwijde emissiereductie van 50-85% in 2050 ten opzichte van 2000. Voor 2020 beoogt de EU een emissiereductie van 20% ten opzichte van 1990 en 30% op voorwaarde dat andere ontwikkelde landen zich vastleggen op een vergelijkbare emissiereductie; - Jaarlijks 2,7% energiebesparing

- 20% gebruik van hernieuwbare energiebronnen in 2020

Bron: Milieu Centraal. Milieu Centraal informeert consumenten over energie- en milieu in het dagelijks leven. Zie www.milieucentraal.nl of bel de informatieservice 0900-900 1719.

Klimaatsceptici geantwoord

Lees en kijk naar een filmpje waarin de mensen die het werk van klimaatwetenschappers in een kwaad daglicht stellen, de zgn klimaatontkenners of kimaatsceptici, weerwoord krijgen in de vorm van feiten en analyses.