Cuba: geen kunstmest is zegen voor landbouw

Doordat de Cubaanse boeren over geen gram kunstmest of bestrijdings-middelen beschikken, zijn zij noodgedwongen overgestapt op de traditionele, organische landbouwmethoden. En hun succes is zo groot dat zij nu de wereld ten voorbeeld worden gesteld.

Door Cees Zoon

De agronoom Humberto Ríos (48) is de grote animator. Hij werkt met boeren aan diversificatie van de landbouwproductie en de verbetering van zaden door natuurlijk selectie. Dat maakt Ríos tot de gangmaker van Cuba's overgang van kunstmestverslinder naar duurzame landbouw.

'De Groene Revolutie'

Cuba is historisch een vruchtbaar land. Maar in de koloniale tijd bouwden de Spanjaarden het eiland om tot een grote suikerplantage waarvoor de slaven uit Afrika werden aangevoerd. De modernisering van de rietsuikerproductie vond plaats na de revolutie van 1959, met het gebruik van enorme hoeveelheden kunstmest en giftige verdelgingsmiddelen geleverd door de Sovjet Unie, de hoofdsponsor van Fidel Castro. Wat het regiem 'de Groene Revolutie' noemde was in feite een chemicaliën verslindende sterk gemechaniseerde monocultuur.

Cuba werd aldus een van de grootste suikerproducenten in de wereld, maar tegelijk de grootste gebruiker van landbouwgif in Latijns Amerika. Dit beleid vernietigde het milieu, plus de productie van broodnodige andere producten. De instorting van de Sovjet Unie in 1991 betekende tevens de instorting van de Cubaanse landbouw, die niet meer zonder kunstmest kon.

De regering distribueerde noodgedwongen grond onder kleine coöperaties. Zonder kunstmest of sproeimiddelen, met het traditionele alterneren van gewassen en oogsten, en de inzet van nuttige insecten en heilzame plantjes, bewerkstelligden deze coöperaties een klein wonder: de regeneratie van de grond.

Traditionele methoden voor duurzame landbouw

Eind jaren negentig ontdekte de student landbouwkunde Humberto Ríos dit verschijnsel bij boeren die niet ten prooi gevallen waren aan de monocultuur van de suiker. Hij zag hoe de boeren de methoden van vóór de industrialisatie weer nieuw leven inbliezen, met name hun experimenteren met verschillende zaden, om te kijken welke zaden het beste resultaat gaven op een bepaald stuk grond. Ríos stelde vast dat deze boeren de sleutel waren voor de wederopstanding van de Cubaanse landbouw, die ecologisch en duurzaam moest zijn. Hij begon de samenwerking van kleine boeren te stimuleren en zette scholingscentra voor deze methoden en uitwisselingsprogramma's op: zaadmarkten waar boeren hun zaden konden uitwisselen.

Rond 2007, toen de mede in Wageningen opgeleide Ríos al werkte bij het Nationale Instituut voor Landbouwwetenschappen, begonnen collega's zich te interesseren voor zijn projecten. Zijn uitgangspunt is dat landbouwonderzoekers moeten samenwerken met en leren van de boeren die hun traditionele kennis van generatie op generatie hebben overgedragen.

Niet alleen is de voedselproductie in Cuba dank zij hun activiteiten gestegen, ook hebben de organische methoden de grond weer gezond gemaakt. Inmiddels doen zo'n 50.000 boeren mee. Ríos probeert zijn ideeën nu ook te exporteren en heeft al enkele projecten in Mexico lopen waar onder leiding van de boeren zelf de biodiversiteit wordt verbeterd.

In 2010 kreeg Humberto Ríos, die in Cuba de bijnaam De Zadenman draagt, de Amerikaanse Goldmanprijs voor milieu, 'de Groene Nobelprijs'. Zijn projecten worden financieel gesteund door onder meer de Nederlandse ambassade in Havana.

Cees Zoon is journalist en schrijver met als standplaats Latijns-Amerika